Collega’s, je weet wel: die mensen die je soms vaker ziet dan je eigen partner, laat staan je schoonmoeder. Je brengt wekelijks veel tijd met ze door en ze vormen een belangrijk deel van je burgerbestaan. Het zijn geen familieleden of vrienden, maar wat heb je er dan precies aan?
‘Collega’s zijn’ draait natuurlijk vooral om samenwerken. Je werkt voor dezelfde organisatie en drinkt dezelfde koffie. De gesprekken gaan dan ook voor 90% van de tijd over het werk. Toch zoom ik graag even in op die andere 10%…
Ook informatie die totaal niet relevant is, is namelijk heel waardevol. Het zegt veel over iemands karakter en interesses. De één roddelt graag over dorpsgenoten (die je toch niet kent), de ander heeft een persoonlijk record gevestigd op de mountainbikeroute en een derde heeft zijn vaarbewijs behaald… Ook weekendplannen en feesten zijn standaard onderwerp van gesprek. Niet gek dus, dat je ook minder leuke zaken met elkaar deelt. Juist dat is waar collega’s zich onderscheiden van je naasten. Klagen of uithuilen doe je immers alleen bij familie en vrienden, toch?
Maar is het wel handig om niet alleen je feestverhalen, maar ook je struggles te delen met collega’s? Dat kan prima. Juist omdat zij verder van je af staan, hebben ze soms bovendien verrassende inzichten. Je kunt dat natuurlijk afwimpelen – want, ‘wat weet hij er nou van’ – maar sommige bedrijfsgenoten kennen je beter dan jij denkt. Collega’s hoeven je bovendien niet te pleasen, omdat je nog samen op vakantie moet of omdat jij hun blouses nog moeten strijken… Doe er je voordeel mee.
Die 10% koetjes, kalfjes en struggles is wat mij betreft onmisbaar voor je werkplezier. Zo lang de samenwerking goed is, kun je best veel met elkaar delen en van elkaar verdragen. Uiteraard op zakelijke basis, maar met evenveel persoonlijkheid. Investeer dus gerust eens in die ‘prietpraatjes’ en kijk wat het je oplevert.